Wat is een voedselbos?
​Een voedselbos is een innovatief, duurzaam en veerkrachtig landbouw- en voedselproductiesysteem ontworpen door de mens met respect voor de natuur. Het is geïnspireerd op natuurlijke bossen, natuurlijke processen en ecosystemen. De mens is er de architect en de natuur de aannemer, maar de natuur is hier de leermeester en de mens de leerling. Hoe meer kennis van de natuur de mens vergaart en dit toepast hoe sterker, robuuster en veerkrachtiger het ecosysteem zich zal gedragen.
Een voedselbos heeft de capaciteit om een overvloed aan voedsel te produceren: vruchten, noten, groenten, knollen, wortels, kruiden en paddenstoelen en vormt zo een duurzame en lokale voedselbron.
​
De opbouw is gebaseerd op een aantal principes om een optimaal functionerend ecosysteem te creëren:
​
-
Diversiteit: gericht op een maximale diversiteit door een combinatie van verschillende soorten meerjarige bomen, struiken, kruiden en bodembedekkers (geen monocultuur). Er ontstaat een enorme biodiversiteit van planten, dieren, insecten, schimmels en andere micro-organismen, met onderlinge symbiotische relaties. Er ontstaat zo een zelfvoorzienend, veerkrachtig ecosysteem dat zichzelf in evenwicht houdt. Plantengemeenschappen ondersteunen elkaar voor bestuiving, voorziening van voedingsstoffen, preventie van plagen en ziekten. Diversiteit zorgt ook voor spreiding van oogst zodat we onze ‘hungry gaps’ kunnen vullen. Gegeerde gewassen zijn dan ook deze die op verschillende momenten verschillende eetbare delen produceren. Ook vruchten die niet tegelijk afrijpen helpen de oogstbare periodes te verlengen. Er ontstaat dus een biologische bestrijding en natuurlijke bemesting in plaats van de toepassing van kunstmeststoffen en chemische bestrijdingsmiddelen.
​
-
Gelaagdheid: gebruik van verschillende vegetatielagen zodat de beschikbare ruimte optimaal wordt benut. Elke laag heeft een functie en er ontstaat interactie tussen de lagen. Bv. creëren schaduw, voedingsstoffen,… (bij monocultuur wordt maar één laag benut)
-
hoge kruinlaag met de grootste en hoogste bomen. Ze creëren schaduw en beschutting, microklimaten en halen belangrijke voedingsstoffen uit de grond.. Bv. walnoot, tamme kastanje.
-
lage kruinlaag met de lagere bomen en grote struikgewassen. Zorgen voor vruchten en noten. Bv. vlierboom, fruitbomen: pruimen, mispel.
-
struiklaag met kleine struikgewassen, bessenstruiken. Leveren eetbare vruchten. Bv. hazelnoot, frambozen. Zorgen voor beschutting voor dieren bv. egels,vogels.
-
kruidlaag met kruidachtige planten, aromatische kruiden en medicinale planten. Zorgen voor smaak en geneeskrachtige eigenschappen.
-
verticale laag met klimplanten. Hechten zich spontaan aan bomen of struiken. Bv. druivelaar
-
horizontale laag met bodembedekkers. Beschermen de bodem tegen uitdroging, verminderen onkruid, houden regenwater vast en gaan erosie tegen. Bv. aardbei, pompoen
-
ondergrondse laag: grotendeels onder de grond. Bv. pastinaak, bollen en knollen, zwammen,…
-
Bodemgezondheid: opbouwen en onderhouden van een gezonde bodem met een goede bodemstructuur, optimale waterinfiltratie, beperkte erosie, voldoende vochtig en vruchtbaar. Met behulp van mulch, compost en bodembedekkers.
-
Lokale aanpassing: de beplanting wordt aangepast aan de specifieke omgeving: klimaat, bodemgesteldheid en beschikbare natuurlijke hulpbronnen. Dit bevordert de productiviteit en een veerkrachtig ecosysteem. Zo worden bijvoorbeeld mineralendelvende planten met diepe penwortel geïntroduceerd om het bodemgehalte aan spoorelementen terug op peil te brengen wanneer gestart wordt van een uitgeputte kale bodem. Deze spoorelementen vervullen een belangrijke functie in de immuniteit van planten en dieren. Aangezien pesticiden een ‘no go’ zijn in permacultuur en voedselbossystemen gaan de gewassen het moeten hebben van biodiversiteit en optimaal bodemleven om te floreren en zich te verweren. Uiteraard komt dit ook de immuniteit en gezondheid ten goede van mensen die hieruit consumeren.
Aandachtspunten bij de opbouw en het beheer van het voedselbos:
​
-
Tijd en geduld: een voedselbos heeft tijd nodig om te groeien en volwassen te worden. Bij het aanplanten wordt rekening gehouden met successie: het natuurlijk verloop van biotopen van grasland naar bos. Dat gebeurt door planten te introduceren die in die fase van successie gepast zijn. Zij helpen de volgende successiefase in gang te zetten. De oogstopbrengst groeit geleidelijk aan.
-
Kennis, ervaring en inzicht omtrent het lokale ecosysteem, bodemsamenstelling, klimaat, plantensoorten, ecologie, oogsten (volgens de juiste timing), verwerking. En een goede planning.
-
Onderhoud en zorg: op lange termijn is een voedselbos minder arbeidsintensief dan in de traditionele landbouw maar er blijft regelmatige zorg en toewijding nodig: zaaien, planten, wieden, snoeien, mulchen, composteren, oogsten.
-
Financieel: op lange termijn kan een voedselbos kostenefficiënt zijn, maar aanvankelijk zijn er meer investeringen nodig: zaden, planten, materialen, bodemverbetering,…